NBA wil maar klein deel van de examenfraudeurs aanpakken

Schandalen
3 Min Read

De voorzitter van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) heeft in een interview op accountant.nl  aangekondigd dat zij slechts een klein deel van haar achterban zal aanpakken voor de examenfraude. De NBA wacht nog altijd op de namen van de fraudeurs, maar de accountantskantoren weigeren deze door te geven aan de NBA. NBA zet nu het middel ‘incidentenonderzoek’ in, in de hoop dat ze de namen van de fraudeurs nu wel krijgen. Met de namen kan de NBA naar de tuchtrechter stappen.

De focus van de NBA ligt op accountants die op het moment van de fraude ingeschreven stonden bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Dit is het eerste criterium voor vervolging: de accountant moet ten tijde van de fraude actief geregistreerd zijn als externe accountant of beleidsbepaler. Dit impliceert dat degenen die niet in het register stonden, buiten schot blijven, zelfs als ze mogelijk bij de fraude betrokken waren. Dit beperkt de groep aanzienlijk.

Het tweede criterium is dat de fraude direct verband moet houden met de Kennistoets 2022. Hoewel deze toets essentieel is voor de permanente educatie van accountants, is de nadruk op deze specifieke toets een indicatie dat eerdere of latere gevallen van mogelijke fraude niet worden meegenomen in de huidige onderzoeken.

Vervolgens wordt er gekeken naar de mate van directe betrokkenheid bij de fraude. Het derde criterium stelt dat de externe accountant of beleidsbepaler zelf verantwoordelijk moet zijn voor het plegen van de examenfraude. Dit houdt in dat indirecte betrokkenheid of nalatigheid niet voldoende is voor vervolging. Alleen degenen die actief en bewust hebben gefraudeerd, vallen binnen de reikwijdte van de maatregelen.

Daarnaast hanteert de NBA als vierde criterium dat de accountant anderen bij de fraude moet hebben betrokken. Dit betekent dat accountants die alleen fraude hebben gepleegd zonder anderen daarbij te betrekken, mogelijk ontkomen aan de zwaarste sancties. De nadruk ligt hier op de impact van de fraude, waarbij het collectieve aspect van belang lijkt te zijn.

Tenslotte is er een vijfde criterium voor uitzonderlijke gevallen. Dit criterium richt zich op accountants die op een zeer opvallende manier hebben gehandeld of juist hebben nagelaten te handelen. Dit biedt de NBA enige ruimte om in extreme gevallen op te treden, maar laat tegelijkertijd de deur open voor discussie over wat precies “uitzonderlijk handelen” inhoudt.

Hoewel de NBA met deze vijf criteria een duidelijke lijn lijkt te trekken, is het opvallend dat slechts een relatief klein deel van de sector wordt aangepakt. Hierdoor blijft de vraag bestaan of de aanpak voldoende is om het vertrouwen in de integriteit van de sector te herstellen, of dat bredere maatregelen nodig zijn om examenfraude in de toekomst te voorkomen.

TAGGED: ,
Share This Article